De armoede om in vrede samen te leven


Recent kwam ik in een gesprek in een radiostudio op het woord armoede uit  Bedoeld als armoede in inkomen. Opvallend was dat er direct gereageerd werd door armoede bestaat niet in Nederland. Nu maak ik wel vaker geheel intuïtieve opmerkingen en verbaas daar mensen wel mee maar dit keer leek het ineens geheel fout. Armoede bestaat niet, dacht ik maar dat klopt toch niet. Op zoek naar data hierover stuitte ik direct opo armoede. minimaal één procent van de bevolking leeft in armoede  Het percentage is zelfs stijgend.  Maar wat is dan die armoede want plots stuit ik op het begrip met veel verschillende invalshoeken. Oei  dan leef ik zelf ook in armoede lijkt het wel.

Ik liet het onderwerp bezinken om niet in een soort zelfmedelijden te vervallen en pakte het weer op nadat ik wat meer invalshoeken had gevonden. Armoede was een begrip wat ik ken uit mijn jeugd en de overlevering uit de verhalen van mijn vader. Door er even naar te kijken vanuit die invalshoek begreep ik waarom de opmerking; armoede bestaat niet meer in Nederland, zoveel impact op mij had gehad. Mijn vader en moeder groeiden op in een uithoek van Nederland aan de Duitse grens. Ik ging er op vakantie en voelde mij, geboren in Zwijndrecht, als een toerist. Dat in  tegenstelling tot de rest van mijn familie  die daar geboren waren.

Daar begon al een groot verschil in waarneming. Mijn vader vertelde weleens over zijn jeugd wat voor een kind heel romantisch kan klinken. Hij groeide met broers en zussen op vanuit het ouderlijk huis, wat een boerderij was. Ik kende de boerderij en dat beeld  met de arbeiderswoninkjes ernaast en de verhalen van voor de oorlog gaven een werkelijkheid weer die ik vertaalde naar mijn jeugd in Zwijndrecht. Daar zat een enorm verschil in omdat ik in een nieuwbouwwoning opgroeide. Het verhaal van armoede kwam vooral naar voren in het thema eten. Mijn  vader vertelde vaak over de pannenkoeken die zijn moeder bakte als ontbijt die hij graag ruilde voor een simpele boterham met de kinderen uit de arbeiderswoning.

Tijdens het doorvragen vertelde hij wel over de honger die de kinderen hadden en dat zij wel zonder ontbijt naar school gingen. Dat was dan ook wat bij mij bovenkwam in vergelijking met de armoede van nu. Kinderen die zonder ontbijt of zelfs lunch naar school gingen. Ik werk al lang op verschillende basisscholen en werk veel tussen de middag met kinderen. De lunch was daar een onderdeel van en juist die momenten confronteerden mij met kinderen die hun lunch vergeten waren of waar het bestond uit wat kaakjes of crackers. Op zo een moment faciliteren we dan vanuit school een stuk lunch. Gaandeweg bemoeide ik mij niet meer met de lunch en zag ik schoolfruit binnenkomen om iedereen van gezond eten te voorzien.

Steeds meer bleef dit thema maatschappelijk terugkomen. We vroegen de kinderen steeds tactischer als er iets ontbrak. Opvallend was dat we bij de oudere leerkrachten wel te horen kregen dat die armoede er lang was want zij kenden het al langer. In het Zwijndrecht waar ik geboren ben was armoede ook redelijk normaal en waren uitkeringen, de steun, een schande. Kerken hielpen mensen in mindere doen maar dat was wel wat. In mijn krakersperiode in de jaren tachtig kwam ik het weer tegen en zag ik het opnieuw groeien alhoewel er steeds meer luxe was. Armoede zette ik af over drie perioden van mijn vaders jeugd, die van mijzelf en die van mijn kinderen.

Hoe kwam het nou dat de verschillen in de maatschappij zo groot konden groeien. Voor mij was de analyse goed te maken en met CBS te onderbouwen. Maar toch was er een groot verschil in luxe. Luxe die te vertalen is in goederen die het huishouden prettiger maken. Een wasmachine bijvoorbeeld of een kachel c.q. centrale verwarming en aanvullende huishoudmachines. Echter, één overeenkomst vond ik wel terug: de betaalbaarheid van wonen en het kunnen kopen van eten. Alle data die ik vond was schrikbarend en in de details in de maatschappij zag ik gekke verschillen waarbij rijkdom en armoede zich niet alleen  op de basis afspeelt met kinderen maar tot en met hoge leeftijd zich doorzet.

Hoe lang zal ik het volhouden dacht ik bij mijzelf aangezien de rijkdom vooral in mijn vaardigheden, mijn hart en hoofd zit. Money is to tight to mention speelt door mijn hoofd. Ik kijk om mij heen en zie hoe mensen in armoede leven maar toch rijkdom hebben aangezien onze maatschappij een hoge waarde van kwaliteits afval biedt. Uitermate mooi maar ondertussen vertellen de cijfers twaalfhonderd kinderen in armoede.



Een reactie posten

0 Reacties