Duizend en één

 
Ik kan heerlijk in mijn hoofd zitten, dat wil zeggen  in gedachten of diepe meditatie. Ik maak bewust de keuze om dat zo uit te drukken. Deze week was ik weer in gesprek met een vriend waarmee ik al in dit leven iets van vijftig jaar vriendschap deel. Wij delen die vriendschap in een vorm van bewustzijn waardoor we altijd aansluiting vinden terwijl we onze verschillen goed kennen. Samen hebben we veel meegemaakt  maar is onze beleving verschillend. In het gesprek gaat het dan weer over en weer en komt het vaker voor dat hij mijn fantasie benoemt. Deze week was dat ook weer het geval en was zijn uitspraak naar aanleiding van mijn opmerkingen dan ook; jij leeft in een fantasie.

Dat was dan ook wel de essentie van mijn verhaal want ik hield hem weer voor hoe wij aan het begin van ons ontmoeten, vriendschap, dat ook al zo het geval was. Ik kan in duizend en één gedachten, zoals ook in de sprookjes, het positieve er uit halen. Het omzetten en zien van die kleine lichtpuntjes waaruit een positieve bron van energie tevoorschijn komt is iets waardoor ik altijd gevoed wordt. Ik loop zo een hele woestijn door om pas bij de oase te kijken hoe groot die woestijn was. Die grootsheid is dan wel waar het om draait, maar dat lekker kunnen genieten van de oase is dan wat ik zie. Uitputten of verslagenheid zijn dan voor mij ondergeschikt.

Het past in veel spirituele bewegingen waarin de verhalen van geloof of doorzettingskracht centraal staan. Mijn fantasie of beter gezegd verbeeldingskracht leidt tot bijzondere  verhalen. Precies dat waar mijn vriend niet meegaat in de verbeelding. De verbeelding zoals ik die voorhoud, is voldoende om een roman mee te vullen. Duizend en één nachten of een duizend dingen doekje vertelt eigenlijk al iets over verbeelding. Reclame en marketing staan er bol van maar als je in een aards tranendal zit  of het zo beleeft, zal die verbeelding alleen maar contraproductief werken. Toch zijn onze gesprekken altijd doorspekt met humor en lachen we om alles uit dit aardse tranendal en weet ik van een traan een lach te maken.

Wat mij telkens inspireert in onze gesprekken is dat ik in de vele details waar we het over hebben steeds weer nieuwe dingen ontdek. Details uit het verleden die mij inspireren zoals de sprookjes uit duizend en één nacht ook nog steeds doen. Ik spreek weleens over ali baba’s grot waaruit ik al zo lang als onze vriendschap bestaat werk. Juist die verbeelding is leuk en met regelmaat grasduin ik daar en vind schatten terug waarvan ik daadwerkelijk niet meer wist dat ze er stonden. Mijn veertig rovers hadden die toch al meegenomen. Nee, werkelijke schatten die ik al een leven lang bezit die mij direct weer prikkelen bij het zien ervan .

Tevens is het ook de grot van teleurstellingen want wat is rijkdom als je die zo verborgen moet houden of verborgen blijft. Ik denk aan al die schatten die nu opgegraven worden door metaaldetector enthousiastelingen. Meteen begint mijn fantasie te werken in de verbeelding zonder directe archeologische correcte waarden. Wauw hoe lekker is het weer om in de fantasie te verbeelden wat en hoe het was in de tijd dat de schatten verborgen werden. Het is juist de drang naar die eeuwenlange geschiedenis van romantiek waardoor ik het meest geïnspireerd ben. Kunstgeschiedenis was en is dan ook altijd mijn meest favoriete vak geweest.

Daarin is macht en aanzien een bijzaak maar gaat het mij vooral om de ontwikkeling van stijlen, van de omgeving of de ontwikkeling door de geografische ligging van gebieden. Duizend en één nachten spelen zich veelal af in de Arabische wereld waar verfijnd leven grenst aan de vorm van barbarisme.   In het gesprek met mijn vriend praten we net zo gemakkelijk over de middeleeuwen als het hier en nu met als overeenkomst de eeuwige vernietigingsdrang van culturen als het nepotisme waardoor heersers kunnen blijven heersen. Mijn vriend heeft het daar liever over dan mijn fantasie die verhaalt over het genieten van niets en de kracht van de fantasie in mijn hoofd waar geen machthebber controle over kan hebben.

Uiteindelijk is hij wel blij dat ik weer contact heb gelegd en de kronkels voorbij heb laten komen die als een eeuwenoude rivier de oevers van het aards tranendal heeft belicht. De kracht van het gesprek was het lachen en blijft telkens de kracht.  Ik vind mijn grot een prima plek om vanuit te vertrekken maar geniet meer van het verhaal van Aladdin. De lamp heb ik nog niet opgegraven maar ik blijf geloven in de kracht van verbeelding en wens dus alvast al die mooie dingen die ik ieder ander ook gun. Vooral liefde, vrede en al die andere zaken die ook voorkomen in de sprookjes van duizend en een nacht.

Dat is wel nodig in het gebied waar duizend en één nacht zich afspelen. Oorlog is daar nu schering en (raketinslag. Rijkdom steekt schril af tegen de vluchtelingen die uit die regio hier naar toe vluchten. Ik hoop Aladdin's lamp te vinden en wens zeker wereldvrede, ondertussen zie ik in de vriendschap een enorme rijkdom die niet in geld is uit te drukken.



Een reactie posten

0 Reacties