Vroeger was alles beter


Een mooie uitspraak; vroeger was alles beter. De nostalgie die er uit spreekt  of die je er in kan ervaren is geweldig. Als ik achteruit kijk dan zie ik veel zaken die beduidend minder waren  waarbij je altijd moet kijken uit welk perspectief je dat beziet. De uitdrukking kwam bovendrijven bij het zien van een foto. Ik had zelf een foto met een bijschrift over een slotgracht geplaatst met de uitdrukking er bij; my home is my castle. Juist ook dat Engels gaf iets aan van de gedachte van dat moment. Ik kijk achterom, gedreven door emotie. Een vorm van nostalgie en verveling. De foto bracht mij even terug naar de jaren dat ik op school zat en vol hoop mijn dagelijkse gang op de fiets maakte.

Mijn collega-student werd aangereden en ik bleef even bij hem staan om te kijken of het goed ging. In mijn beleving mocht ik verder terwijl ik in gedachten terugdenk dat ik geen excuus had om te laat te komen. Vaak als ik dat punt passeer denk ik daar aan. Ook omdat ik het torentje er achter zie. Een baken van leven en dood waar huidige bewoners er geluk en liefde beleven denk ik zo. Gelukkig kan ik goed relativeren en kijk dan daar vaak om mij heen en omhoog naar het heelal om die relativiteit te bevestigen. Dat moment van achterlaten, het is goed gekomen, is toch iets wat mij vaak heeft geraakt op een mooie manier.

Het is een soort cyclus die elke keer plaatsvindt zoals de draaiing van de planeten in dat heelal. Niet kunnen ontsnappen aan de werkelijkheid die heerst. In mijn dromen ben ik vrij net als in mijn gedachten maar, mijn dromen geven toch wel de meeste vrijheid. Juist dat stuk vrijheid of de gedachte als in de liedjestekst;”ik was een kind, hoe kon ik weten dat dat voorgoed voorbij zou gaan”. Na dat ongeluk met relatief beperkte schade, gekneusde enkel, blauwe plekken en een kapotte fiets, ging mijn leven in rap tempo door. Net als dat ongeluk volgden rampzalige momenten elkaar op. Relativeren hielp alleen om de werkelijkheid dragelijker te maken. 

IK bleef kijken naar het heelal en volgde de planeten als die voorbij kwamen en droomde analoog aan de ruimtereizigers. Verre reizen om weg te komen van de gebeurtenissen van het moment. Dromen hielp, maar de werkelijkheid  ontlopen lukte niet, alhoewel wij als mens de waarheid mooi kunnen vertellen als een leugen die alles mooier maakt. Mijn leven was als die fiets, je repareert hem en de blauwe plekken trekken wel bij.  Vreemd genoeg zijn de blauwe plekken nooit bijgetrokken en is de waarheid dat de werkelijkheid altijd anders verteld wordt. Wat ik ervan leerde dat ik rust vond in de draaiing van de planeten, die waren ver weg en toch dichtbij en tijd was iets wat voortdurend terugkwam.

Daar bedoel ik mee, hun tijd, de planeet draait zijn baantjes in een oneindig ritme . Je weet precies waar je die aan kan treffen en hoe de stand is van de andere hemellichamen om hen heen. Die rust en de kennis van deze wiskundige samenhang hielp mij in de psychologie van het zijn. Heerlijk hoe oude culturen en hun verhalen mij hielpen in mijn waarnemingen en worsteling. De ruimte van de raket reiziger was immens en onmogelijk. Je kwam nooit op dezelfde plek uit, behalve als je terug naar aarde wilde.  Vooral tijd en ruimte maakte als begrip iets moois los. Als je op de evenaar heen en weer reisde dan ging je heen en weer in tijd.

Zo kwam ik in gedachte ook uit op het idee dat een ruimtereiziger ook terug in tijd moest kunnen of als die heel snel vooruit in tijd vloog. Ik zag de berekeningen van de ellips die de planeet maakte en bedacht dus dat het mogelijk, in onze gedachten onmogelijk, moest zijn dat je op die manier terug op aarde zou moeten komen maar dan in een andere tijdzone. Bij het kennis maken met sciencefictionboeken was die gedachte meteen  omarmd.  Na het lezen van de verschillende schrijvers, samengevoegd met de oude verhalen uit de veda’s, mythologie en andere boeken, hielden de gedachten niet meer stil.

Waren de goden kosmonauten of waren de mensen experimenten uit een petrie schaaltje?, geweldig toch. Elke keer als ik weer op dezelfde plek kom of de foto zie dan kijk ik naar de stadswal die eeuwenlang ommuurd, de stad beschermd en vervallen was, ingehaald door tijd. Ondertussen heb ik nog meer kennis opgedaan en zie hoe in tijd en ruimte onze technische apparaten door de ruimte gaan maar ook hoe wij in staat zijn die nog steeds te manipuleren. Toch blijft de mens dezelfde. Haar ontwikkeling brengt niet die vooruitgang in cultureel opzicht maar wel technisch. 

Opgravingen brengen culturen aan het licht van dertienduizend jaar geleden, de halve cyclus van de ellips van de planetaire baan. Ik bedenk dat er over eenzelfde periode er gerust weer een mens staat te kijken naar het heelal. Overpeinzend, vroeger was het beter. Misschien is het iemand die kijkt naar het technische apparaat dat gevonden wordt, waarvan de origine niet te herleiden is. Ik glimlach maar weer eens in het bewustzijn dat ik dit leven de reis van het apparaat heb zien starten en wij ons vaak afvragen waar voorgaande generaties hun kennis vandaan haalden.




Een reactie posten

0 Reacties