Soep


Ik zat een foto te bestuderen uit de periode dat ik naar de middelbare school ging. Ik was wat aan het inzoomen om details te zien en te kijken wat ik er aan herkende. Grofweg was de structuur hetzelfde maar ruim tachtig procent van het geheel ( de bebouwing) was verdwenen. Van wat er op de foto stond herkende ik slechts de hoofdmoot ( niet gek zo langs de rivier). Ik wist de industrie te benoemen en die nam dan ook veel ruimte in. Bij het bekijken van de details zag ik eigenlijk heel veel zaken die mij minder zeiden maar door te graven in mijn geheugen zag ik weer een aantal zaken aan mij voorbij trekken.

De tijd op de middelbare school aan het Oranjepark bracht mij meestal niet langs de industrie maar vaak zat ging ik de binnenstad in van Dordt en reed dan langs de oudbouw. Verkeerstechnisch herinner ik mij wel die heel scherpe bocht onder het spoor door waar je als fietser toch aardig klem kon komen te zitten tussen de stoeprand en autoverkeer wat te dicht bij kwam. Tegenwoordig rijdt je rechtdoor en is dat een enorme verbetering maar ook de fietser heeft zijn eigen gescheiden verkeersader. Ik bedacht dat het best gek was hoe snel je kan vergeten hoe het was maar bedacht ook meteen dat het vooral het loslaten van veel oude zaken hier een rol in speelden.

Het kan aan mij liggen dat ik vroeger veel meer fietsers en bromfietsers daar zag. Leerlingen die met enorme tassen achterop de trappen op en af klommen. Files van langzaam verkeer zwoegend met hun ijzeren ros en lederen tas omhoog kreunend en steunend roepend dat ze het niet meer konden houden. Waarbij geregeld onder luid geraas er iemand de fiets losliet of zelfs met fiets en al op anderen neerstorten. Geen medelijden was er dan hooguit als je de fiets op je kreeg. Ook op de brug was die kluwe van fietsend verkeer langs de rijksweg die het toen nog was een hoop gedoe.

Niet alleen scholieren maar ook de vele mensen die van en naar hun werk reden of naar huis liepen bevolkten het fiets en voetpad. Herkenbaar waren de mensen aan hun kleding of de tijden dat zij daar liepen. De dames van de Victoria, de koekjesfabriek, die na hun inpakwerk lopend huiswaarts keerden, die anders dan de noeste werkers in de kolenhandel er schoon uitzagen. Afhankelijk van het lesrooster fietste je dan deze mensen die zwijgend hun weg vervolgden voorbij. Vijf of tien kilometer die ze zeker moesten afleggen lopend na hun werk was toch bijzonder dacht ik bij mijzelf.

Nu loop ik zelf wel eens die route en stap gezellig door maar bedenk wel dat je na een dag werken voor een laag loon daar toch wel een gek gevoel over gehad moet hebben. Op vakantie in Drente had ik zo ook wel eens turfstekers huiswaarts zien gaan. De hele dag fysiek hard werken en dan thuis komen om slechts een beperkte maaltijd te hebben. Met die twee beelden bedacht ik me tevens dat ik in die tijd al bezig was met huishouden. Niet al te veel omdat we dat wel met zijn allen deden maar het was de opmaat naar steeds meer huishouden waar het nog maar een paar jaar zou duren voordat ik naast school ook veel huishoudelijke taken had.

Pas in de periode dat ik school en huishouden combineerde kon ik mij beter verplaatsen in de "meisjes van Victoria" de kolenboer en de turfsteker. Nu was er wel het geluk dat mijn vader op zaterdag altijd al soep kookte voor de zondag en dat wij ook op zaterdag wel eens soep aten die ik zelf erg lekker vond. Ik vond soep geen armoede en de soep voor zondag was eigenlijk ook een soort rijkdom in een uitgebreider menu. De soep van zaterdag was gewoon makkelijk en had ik in het Drente van de turfstekers leren kennen. Een soep waar eigenlijk alles in zat van wat we de schijf van vijf noemen.

Nu was ik zelf niet van een aantal zaken in die soep maar als ik mij aan de basis hield dan was die soep snel te koken en best lekker. Het gekke van de periode van de foto die ik bestudeerde is dat je er ook weinig takeaways had. Lekkere patat onder aan de brug maar het was geen gewoonte om dat te halen, ook niet echt bij een andere patatzaak. Zelf koken was normaal. In vergelijking met nu is er veel veranderd. Winkels zijn nu elke dag open van ' s-morgens vroeg tot ' s-avonds laat. De planning die vroeger maakte toen ik boodschappen deed was compleet anders op de zaterdagochtend was het eerst de slager en de bakker om te zorgen dat alles binnen was.

Want tussen negen en vijf moest je alles gedaan hebben. Nu kan ik op de locatie van de foto van 's-morgens acht tot ' s-avonds tien gewoon boodschappen doen en fiets ik rustig heen en weer zonder mij druk te maken over de klim de brug op, de trappen zijn veel minder stijl. Dat is dan vooral ook de ervaring waarmee ik het doe en misschien wel veel minder stress. Want stress uit de vroege periode waarin ik leerling was en maar op tijd moest zien mijn boodschappen te hebben gedaan was er wel. Althans die herinner ik mij goed.

Op tijd de was gedaan hebben en ophangen en dan maar hopen dat het droogt. Aan de andere kant als je het een beetje plande dan was alles in huis en zat je met zijn allen voor de tv die om zeven uur begon. Iets anders was er eigenlijk niet te doen dan wat huiswerk. De foto met herinneringen die als ik het op de keper beschouw veel verteld over het wel en wee is ook gewoon een historisch plaatje. Het feit dat ik nu gewoon alles kan doen mij niet druk hoef te maken verteld ook wel iets over de vooruitgang. Dat mijn ervaring het gevoel geeft uit de middeleeuwen te komen in de toekomst maar ondertussen wel op dezelfde fiets dat is een goeie.

Het zorgt er voor dat ik kan genieten. De soep ja dat is de verbindende factor die alles levend houd. Denkend aan dierbaren doet de soep mij besparen op de kosten van het levensonderhoud. Het verwarmt mij en mijn hart dat deelt in de herinnering van de smart van al die zwoegers op weg naar de toekomst die altijd maar weer in het verschiet ligt. Ik wordt er dichterlijk van maar kijk gerust een eeuw terug waarbij mijn dichterlijke zinnen ook van toe passing zijn. In het zelfde gebied rond de Victoria was het leven geen roze geur of maneschijn.

De armoede was een relatief begrip, er was altijd wel iemand die het slechter had. Of er was altijd wel iets te verwachten. Het café op de hoek, technisch bestaat het nog steeds, had een toepasselijke naam, Hoop doet leven.   Hoop is wel één van de mooiste drijfveren en eigenlijk herken ik die het meest. Van alle tegenslag momenten die in mij herinner als fietser in de tegenwind is het denken in verwachting iets wat mij altijd motiveerde, jawel hoop doet leven. Een thema dat nu bijzonder actueel is.

Plotseling is armoede weer aanwezig in een rijke wereld. Waar eerst veel voorspoed heerste kan zomaar armoede toeslaan omdat je bijvoorbeeld als café niet meer open mag of je inkomen uit werk zomaar ineens stopt. Ik denk nog even terug aan de mensen die ik kende bij de Victoria en naar huis liepen. Aan de mevrouw bij ons in de straat en de verschillen aan inkomen per huis, de verwachting naar de toekomst, de hoop en mijn eigen leven. Soep ja nog steeds kan ik met die basis voeding voor een paar euro mij smakelijk voeden en tal van momenten doen mij glimlachen.

Hoe ik heb kunnen lachen tijdens het koken en mensen heb kunnen verbazen met mijn simpele antwoorden over de inhoud. Referentie kaders die mensen meekrijgen, bijvoorbeeld, als je een dubbeltje bent wordt je nooit een kwartje passen bij de oude foto' s maar niet bij de aangeleerde hoop dat je alles bereiken kan als je maar volhardend bent. Geluk zit in je zelf, maar ook in een warme kom soep.


Een reactie posten

0 Reacties