Trein


Redelijk vaak fiets ik heen en weer over de brug. Ja hoe heet die brug nu eigenlijk, en niet alleen die brug? een discussie die wel eens gestart is na een column van mij. Kees Thies nam die over en op zich in het AD. Daarna leek het wel een wedstrijd in namen geven. Kees besteedde er nog een tweede column aan maar eigenlijk is het gewoon stadsbrug gebleven bij mij. Het AD is er consequent in en noemt het steevast Zwijndrechtse brug. Het gebied van de Zwijndrechtse brug kent een rijke historie.

Het gebied is met de komst van de trein in Nederland ontsloten. Het eiland Dordrecht was alleen via het water bereikbaar. De rivier en de zee ontmoeten elkaar ter hoogte van de brug. De bedrijvigheid in het gebied heeft zich aangepast naar de tijd. Bij de bouw van de spoorbrug  stonden er nog heel veel molens in dat gebied en eigenlijk op de oevers aan beide zijden van de rivier. Het was en werd een woonplek en de industrie werd gevormd door de houthandel, de molens, werven en de scheepvaart.

Met de komst van het spoor en eigenlijk de industriële revolutie veranderde het gebied. Er werden aan weerszijden van de spoorbrug, de enige vaste oeververbinding, huizen gebouwd voor het spoorpersoneel. Brugwachters en ander personeel dat zich toch in de buurt moeten bevinden van het spoor. Het was met de komst van het stoom kwam de ontwikkeling van het industriële verder in ontwikkeling. Er werd druk gelobbyd om het tracé waarbij vanuit Zwijndrecht klaarblijkelijk het pleit werd beslecht voor de huidige route.

Alblasserdam en Papendrecht hadden het nakijken. In 1866 werd er  begonnen met de bouw van de spoorbrug die zes jaar later gereed kwam. Dubbelspoors zelfs wat de toekomstgerichtheid wel laat zien. De moerdijkbrug die de noodzakelijke aansluiting naar Brabant verzorgd was eerder klaar dan de Zwijndrechtse spoorbrug. De vaste oeververbinding van het eiland Dordrecht was dus een feit. Ondertussen bleef het gewone verkeer zich over het water voort zetten. De spoorbrug was wel zo ingericht dat bij calamiteiten de brug door voetgangers en fietsers gebruikt kon worden.

Het gebeurde nog al eens dat in de winter de Oude Maas dicht vroor. Langs het spoor stonden naast de diverse huizen ook nog wat stations. Bij station Dordrecht was er naast het Weizigtpark nog een huis, aan de weerszijden op de oever en daarop volgend het station Zwijndrecht en even verderop ter hoogte van Oudelands Ambacht een tweede station waarin later vooral gewoond werd. Ook de spoorbruggen worden vooral benoemd zoals ik dat net deed aan de hand van de lobby uit Zwijndrecht of het plaatsje in Brabant Moerdijk.

De kunstwerken van Rijkswaterstaat zijn dus vooral abstracte begrippen die namen krijgen van de bevolking en het daarmee hun leven lang moeten doen. De Zwijndrechtse verkeersbrug, in Zwijndrecht ook aangeduid als Dordtse brug, ging pas in 1939 de oevers verder ontsluiten voor al het overige verkeer. Het is die brug die ik het meest in mijn leven ben gepasseerd. Met de bus, vooral op de fiets maar ook met de brommer, auto en tweemaal met de ambulance. De horizon van de brug heb ik vaak zien veranderen.

Als ik nu naar foto’s kijk van de afgelopen zestig jaar dan herken ik veel van die veranderingen. Ik spreek regelmatig een negentiger die op de Dordtse oever is geboren en ook de bouw van de stadsbrug en tunnel, waarbij zijn geboorte woning is gesloopt, en dan praten we wel over tal van veranderingen. Hij vertelt over zijn jeugd en de route naar zijn scholen in de binnenstad. Over de vele bruggen die hij moest passeren of de bruggen waar hij onder doorging zoals het spoor en de stadsbrug. Juist zijn verhalen zijn zo mooi omdat hij er geheel ontspannen over spreekt zonder directe emotionele verbinding.

Nuchter en historisch verhalend, met humor, maar altijd wel met bepaalde bezieling. Juist dat schept voor mij telkens een nieuw denkraam. De Dordtse bruggen waren ook obstakels voor het verkeer en verdwenen stap voor stap. De drukte op het spoor, de weg en het water zijn alleen maar toegenomen en uitermate interessant in de ontwikkeling. Het gemis van de namen bij de bruggen doet ook wat in de romantiek missen. In zwijndrecht is er veel gesloopt voor de bruggen en de tunnel wat veel boosheid heeft opgeleverd en waarbij het gespiegeld wordt op de overkant, Dordrecht.

Terecht of onterecht zou het mooi zijn geweest als de bruggen hun eigen namen gehad zouden hebben zoals molens dat vaak hadden. Nu is het eenmaal zo. Met het zien van de bebouwing van beide oevers had zo mooi de geschiedenis hier aan vast geplakt kunnen worden. Dat het niet zo is, is nu eenmaal zo. Het is geen brug te ver want de verkeersbrug heeft de duitsers aan het begin van de tweede wereldoorlog verrast en heeft bewoners en burgers uit dat gebied wel verdreven. De herbouw van de opgeblazen spoorbrug heeft mensen weer verbroederd tijdens de wederopbouw.

Ik verbroeder met de negentigjarige in de beschouwing van de geschiedenis en kijk verder naar de toekomst als ik het skatepark passeer en de treinen voorbij zie schieten op het ondertussen verdubbeld spoor. De vier sporen die hier passeren zijn in Zwijndrecht ondertussen opgesplitst om de druk van deze aloude Europese route te ontlasten. De HSL en de betuweroute komen nu op Kijfhoek, ongeveer ter hoogte van het voormalig Oudelands Ambacht station, tezamen.

Sinds 1866 is er wel wat veranderd op het spoor sinds de spoorbrug is gebouwd. Van stoomlocomotief tot hogesnelheidstrein maar het spoor ligt er nog steeds als een eeuwige verbindingsader zoals de rivier daar al eeuwen doet als natuurlijke bron van houtvlot tot containerschip. De rivier heeft een naam en de brug heet nog steeds gewoon brug.


Een reactie posten

0 Reacties