De typemachine

Het onderwerp de typemachine van JMA.Biesheuvel raakte mij bijzonder. Dat kwam niet door de schrijver en zijn verhaal of door het leuk geschreven artikel, het raakte mij door de foto. De typemachine die afgebeeld was , een vooroorlogse Remington, sprong direct in mijn oogopslag bij het voorbijkomen, beter gesteld trok het direct mijn aandacht. Dat laatste is beter Nederlands want een machine die in je oog, ook al benoem ik het in een oogopslag, springt is een vreemde metafoor, een raar beeld als je er over nadenkt.

De aandacht die het genereerde had veel invalshoeken kan ik beter stellen. De typemachine an sich, de gedachten die opkwamen vanwege al mijn typewerk wat ik gedaan heb en het schrijfwerk en de inspiratie die er van uit gaat. Nu zal zeker niet iedereen meteen inspiratie hebben om te typen als ze een typemachine zien maar bij heeft het wat magisch. Dat magisch is iets van het beheersen van een machine die een nieuwe werkelijkheid schept als de bediener er de letters tot woorden, zinnen en verhalen tovert.

Nu was een typiste vroeger zelden een verhalenschrijver maar eerder iemand die veel reproduceerde in opdracht van zijn haar baas of domweg werk zat te kopiëren. Domweg? Ja de typiste stond ook wel bekend als typegeit die de gehele dag hamerend, gedachteloos woorden zat te breien van welke soort dan ook zoals de geit alleseter alles at. Typekamers, speciale uitzendbureaus Typesoos en partners als voorbeeld. Het waren geen secretaresses maar slechts de slaven van de toetsen die hamerden in rijen aanééngesloten, als een Carré in gesloten kantoren.

Nee dat was niet magisch tenzij je natuurlijk een kantoorklerk was die als een postbezorger daar stukken ophaalde en door hormonen gedreven de lucht opsnoof van type inkt en vaag geurende parfum of Eau de cologne die het zweet des aanschijns verhulde. Als deze klerk het lef al had om als een bronstig hert de reeën te benaderen was de kans groot dat de grenzen hem gesteld werden. De bewaker of vaker bewaakster van de groep, zoals verplicht, bijzonder correct geklede dames, die niet afgeleid diende te worden door iemand die als een Lady Chatterley lover, was iemand die als een waren moederkloek over de groep waakte.

De typekamer was een waar fort, waar geen ruimte was voor struise gedachten zoals een schrijver die wel kon hebben en deze dichterlijk geordend neer kon schrijven. De typemachine was dus meer dan een gebruiksvoorwerp in de handen van de woordkunstenaar. Nu waren een natuurlijk tal van woordkunstenaars die de dagelijkse werkelijkheid verwoorden bijvoorbeeld maar die anders dan de schrijver niet de ruimte hadden hun woordenspel zo te rijgen dat er in boekvorm verzen van hun hand verschenen.

De dagelijkse werkelijkheid van de journalist werd neergepend en overgenomen door de zetter die de drukker faciliteerde om de dagelijkse soap van het leven tot leven moest brengen als een eendags vlieg met grote oplagen waar dan de boekenschrijver weer jaloers op was. Mijn beleving van de typemachine kwam toch wel voort uit die dagelijkse stroom van woorden die in de krant gezet waren. Het drukwerk leverde een mooie bijkomstigheid op dat het daarna gebruikt kon worden als brandbaar materiaal om de kachel ( wel met aanmaakhout) aan te steken, als verpakkingsmateriaal of als WC papier in het ergste geval.

Ik veeg er mijn reet mee af was de uitdrukking als men het er niet mee eens was wat er gemeld werd. Toch deed de typemachine pas zijn intrede toen ik naar de middelbare school ging. Typecursussen werden gegeven om de mens verder in zijn ontwikkeling te helpen want, wie kon typen stond weer wat hoger op de maatschappelijke ladder. De typemachine was bepaald geen goedkoop artikel en de bediening was nu niet iets wat je zomaar onder de knie had of kon krijgen.

De vele toetsen, de hamers en het hameren, de papierinvoer en dan dat magische lint waarop de letters met hij indruk de letters vormden op het papier, daar was gevoel voor nodig, techniek, ritmiek en concentratie. Het was als een piano die met pedalen de demping regelde waarbij de typemachine geen demping had maar slechts de hoofdletter toets die het hele mechanisme verplaatste en uit het niets ineens de grote letter op papier drukte. Het geluid van de typemachine en de ritmiek was toch zeker een zaak van de typist die als machinist van de machine in staat was muziek voort te brengen uit dit voortdurende apparaat.

Gelijk de piano moest men dan wel het natuurlijke besef hebben van ritme en kennis hebben van de toetsen zoals de zwarte en witte op het klavier de piano. Hier was de vaardigheid die op de cursus geleerd werden dan ook onontbeerlijk. Aangezien anders dan de piano, die in een aanééngesloten rij met wit en zwart strak geordende toetsen overzichtelijk naast elkaar de indeling vormen van het eeuwenoude klavier ,er nu plots een nieuwe werkelijkheid van letters en symbolen gevonden moet worden in een ordening anders dan het alfabet.

Het toetsenbord van de typemachine, het asci bord, diende wel goed gememoreerd te zijn om de ritmiek der letters in de juiste snelheid op papier te krijgen. Aan de productie der letters werd een hoge eis gesteld. Met moest het toetsenbord hanteren als het klavier waarbij met het juiste ritme de bel, als herinnering van de laatste letter, op tijd te horen, de regel te wenden met de juiste snelheid, zodat regelhoogte gelijk eindigend op het einde van het papier een ware compositie opleverde. Als dat allemaal goed geoefend werd uitgevoerd hoorde men een muziekstuk dat zijn weerga niet kende.

De typekamer vol ritmisch hamerende, bellende machines waren als een orkest in een orkestbak. Nu kende ik het muziekstuk waarbij het orkest en typemachine samen in één muziekstuk zaten van de radio. Het muziekstuk;"Typewriter" van Leroy Anderson,werd gebruikt als herkenningstune. Dat maakte dan ook meteen het leren typen tot een uitdaging. Bij de eerste aanslagen die ik maakte op de typemachine bleek wel hoe lastig het was om zoiets uit te voeren laat staan om zover te komen dat je die snelheid kon halen die daar toch wel gehaald werd.

Al snel bleek dat het niet alleen snelheid was maar ook nog de vorm van de typemachine die mede bepalend was. Net als achter de piano moest je de juiste positie hebben om de juiste aanslag te kunnen doen om te voorkomen dat het typen een aanslag op de polsen werd. Wilde ik nog wel typen leren of was de typemachine voor mij gedoemd om te blijven voor wat hij was en zou ik mij voortaan maar weer toeleggen op de kroontjespen en al dippend in de inkt mijn zielenroerselen en ander banaal werk te reproduceren.

Ik besloot niet op te geven en met de aangeboden cursus mij in de strijd te werpen de snelheid en ritmiek te gaan behalen die zo nodig was om enigszins tot resultaat te komen. Het aanbod van een ware Typecursus met kwaliteits machine bood licht aan het einde van de horizon. De groep mensen die zich voor mij al gestort hadden op de typemachine en klem gelopen waren op de hopeloze massa hamertjes, die zich telkens als een kluwe als door onderlinge ruzie op elkaar hadden gestort, kende ik als ernstig ontmoedigt.

Nu de mogelijkheid van een compleet nieuwe professionele methode met dito machine zich aanbood, nam ik de beslissing om de vraag te stellen in het ouderlijk huis of ik mee mocht doen aan de groep van fortuinlijken. De nieuwe methode om blind te leren typen riep in eerste instantie het beeld op van een geblinddoekte mens achter de machine. Ging dan iemand teksten oplezen? En zou die blinddoek dan niet knellen of domweg in de weg zitten ?   Gelukkig werd duidelijk gemaakt dat de toetsen geblindeerd zouden zijn en dat je als een blinde de weg zou moeten weten te vinden over het toetsenbord.

Afgedekte toetsen met een kleurtje om je in eerste instantie te helpen te onthouden welke toets waar zat althans binnen de kleurencodering. Gelukkig ben ik niet kleurenblind want anders waren het allemaal tinten grijs geweest (en er zijn er echt meer dan vijftig). Nu was het ook zo dat er in de letter indeling zo hier en daar ietwat verschil was tussen de machines. En ook niet iedere machine hanteerde een letter ij. Een letter die ook in de natuurlijke vorm niet voorkomt in het alfabet. Dat leverde zo hier en daar in het gebruik van machines nogal wat ellende op.

De IJ moest je typen of als je de machine die ik hanteerde zelf typen. Voor de zetter en de letter teller, hoeveel gaan er in de regel, was dat wel wat. Het verschil tussen één letter meer of minder kon nogal wat uit maken. Bij het schrijven (op de machine natuurlijk) was het daarom een goede gewoonte om een vast patroon te houden. Bij de cursus met machine was je verplicht om de letter te hanteren omdat deze anders als een typefouten werd aangemerkt. Typefouten waren of zijn een natuurlijk drama maar op een machine met een lettercorrectie is dat niet zo erg.

Men had typex bedacht om fouten " weg te lakken" flesjes maar ook papieren uitvoeringen. Daarmee was het de kunst was de letter terug te halen en nogmaals te typen en weer door te gaandeweg was ten opzichte van het lakken wel sneller. Dus was het zaak daarom goed te leren typen met tien vingers, blind. Zo, althans was de stelling, maak je geen fouten en haal je de juiste snelheid. Na eindeloze rijen letters blind op het papier getypt te hebben en met een blind vertrouwen in het behalen van een diploma stortte ik mij in de wedstrijd van het examen.

Met de overgebleven cursisten, niet iedereen haalde de eindstrijd of bedwong zijn haar zenuwen of hanteerde een ijzeren discipline ( eindeloos achterlijke dingen overtypen als oefening). Of het nu er op of er onder was het was gaan met die spatiebalk tot de bel voor de laatste letter ging. Tevreden met het eindresultaat leverde ik uiteindelijk mijn typemachine in ondanks dat ik mijn diploma had deed ik toch afstand van dit magische apparaat waarvoor je een redelijk bedrag neertelde. Ondanks het feit dat ik er wel aan verknocht was waren de meerkosten toch doorslaggevend in de afweging wat je al niet meer met het geld kon doen.

Dan komt het moment van spijt als je op andermans machine moet typen en merkt wat je mist. Overal waar een typemachine was placht ik wel even mijn vaardigheden te laten merken. Zo ontdekte ik de echte machines zoals de Remington destijds een geweldige machine moet zijn geweest in zijn tijd. Steeds betere machines kwamen tot mijn beschikking waarin de handigheid van het programmeren, opgedaan tijdens de cursus, mij een enorme voorsprong bood. Er was echter maar één ding, ik moest zelf de brieven typen omdat de omgeving er niet mee overweg kon.

Dat maakte mij wel weer creatief want na een brief volgde dan meestal een stuk proza als beloning. Het mooiste moment was toch wel gaan werken met de echte elektrische typemachine die de zetter als tussenpersoon voor drukwerk uitschakelde. Mijn teksten kwamen als zetwerk uit de machine die zo ligt in de aanslag was dat je voor je plezier ging produceren . Elke maand zat ik samen ( meestal) met mijn mede redacteur te werken. De elektronische correctie toets hielp ons daar enorm mee. Jaren van plezier en gezelligheid brachten wij door in de redactieruimte waar de machine ons machtsmiddel was.

Naarmate de tijd vorderde kwam de computer die niets meer was dan een veredelde typemachine en waarmee we qua schrijven het gemakkelijker kregen maar qua printers weer een stap terug deden. De inspiratie die ik kreeg uit het verleden van de schrijvende journalist die alles naar de zetter bracht voordat het gedrukt was werd daarmee getemperd. Toch heb ik mij daar vlot overheen gezet en werk nu dwars door alle systemen schrijvend op alles wat los en vast zit aan soorten machines. Van oude computers, laptop, telefoon tot nu weer met het nieuwste Chromebook.

Ik kan nu net zo snel mijn geïnspireerde verhaal kwijt als met de elektrische IBM waar ik zo veel plezier mee heb gehad. Toch zijn er heel veel verhalen in de verschillende geheugens opgeslagen, kwijt geraakt of zelfs nog op papier. Manuscripten zoals die van de schrijvers ook terug te vinden zijn in de archieven van musea of andere instituten . Van mij zullen ze ook wel terug te vinden zijn op de elektronische snelweg en geheugens met codes waar ik even de toegang niet toe heb.

Desalniettemin ben ik een tevreden publicist die het plezier van de typemachine als magisch middel om de wereld te veroveren al vroeg ontdekt heeft. Dat plezier en aangeraakte bron van inspiratie is niet meer te stoppen. Woordenstromen die mijn brein altijd overstroomden vinden nu hun weg in eindeloze datastromen die snel door een oneindige versleuteling als pakketjes   van nullen en enen een balans vormen. Die bij de juiste aanslag een product toen als een compositie van nooit tevoren gehoorde klanken als de typewriter van Leroy Anderson.


Een reactie posten

0 Reacties