Een kamer vol verlangen


De kamer van koophandel stuurde mij weer eens een mailtje en één van de eerste dingen die ik dacht dit is phishing. Toch las ik het mailtje nog eens en bedacht dat wat er in de melding stond voor mij van toepassing was. Ik moest wat gegevens wijzigen die ik eigenlijk bewust al een tijd fout had staan.  Dus ik ging aan de slag en keek even weer hoe het zou verlopen. Weer omdat ik afgelopen jaar door allerlei gedoe met de belastingdienst te maken had gekregen met de kamer die de bank had ingelicht over de actie van de belastingdienst waardoor ik de opdracht kreeg een rekening te beëindigen. Zo werkt dat natuurlijk niet, maar de belastingdienst is de baas, zou je kunnen stellen.

Ook die had ik al gesproken, alhoewel dat meer mensen verbaasde, en uitgelegd wat door hun acties met mij was gebeurd en dat naast een stuk lichaamsfalen mijn bedrijf wel een tijd weinig actief was geweest. Het geluk voor mij was dat ik bevrijd bleef van een faillissement. Terwijl ik alles geregeld had, nou ja alle maatregelen getroffen die nodig waren,  was ik niet verder gegaan met de wijzigingen waar ik mij wel bewust van was. Mede door de mail moest ik weer terugdenken aan de jaren negentig dat ik begon als ondernemer, of eigenlijk autonoom werkend mens, en wat daarvoor nodig was. Ooit was ik een ondernemersopleiding begonnen omdat ik het beroep erg leuk vond waarvoor ik leerde.

Het ondernemerschap zat daar bij en het was een mooie bijvangst. Een ondernemer moest vroeger een middenstandsdiploma hebben want dat was een eis bij de kamer van koophandel.  Mijn oudste zus had dat destijds gehaald toen zij haar MULO 4 diploma haalde. Het was een soort extra certificaat waar je beslist trots op mocht zijn. Ik voor mij was in die jaren werkzaam in exclusieve meubelen en tapijten, met klokken als bijzondere bijvangst, maar ook  als kraker. Het was een wat rare combinatie, ik studeerde, werkte en kraakte woningen vanuit een politieke achtergrond. Het contrast was het mooist toen ik een paar muziekvrienden tegenkwam op het station. Langharige stoned hoofden die naar mij in mijn driedelige pak keken en mijn korte haar.

Het was een pracht moment waar wij allen om konden lachen. Na een paar jaar besloot ik als ondernemer te gaan beginnen en ging ik mij oriënteren of ik mij kon inschrijven. Dat was nogal wat. Ik ging naar de kamer van koophandel op de Groenmarkt in Dordrecht en verbaasde me over wat ik tegenkwam. Ik verwachtte een loket met iemand die mij te woord zou staan. Het bleek iets anders te zijn, een soort kantoortuin, geen loket maar een bureau met mensen die wat vragen stelden. De eis was wel helder, heb je een middenstandsdiploma?, “nou nee “was mijn antwoord maar ik wil gewoon beginnen. Nou dat ging dus niet zomaar.

De regels gingen veranderen en met een cursus zou het ook moeten lukken om ingeschreven te worden. Gelukkig oriënteerde ik mij op dat moment en ook de genoemde cursus kwam ik tegen. Omdat ik geen haast had en mijn activiteiten al voor een vereniging deed had alles geen haast. De verenigings inschrijving was simpeler. Het mooie van al dat verenigingswerk en het schrijven van statuten hielp mij wel in het verder nadenken over een eventuele inschrijving. Het mooiste aan al die verenigings inschrijvingen was dat ik ervaring kreeg in de omgang met de semi ambtelijke opmerkingen van de medewerkers van de kamer.

Vooral omdat zij inhoudelijk niet keken naar de statuten an sich. Één van de inschrijvingen had statutair een pracht van uitgangspunt er in staan bij het bestuur dat uit minimaal één lid moest bestaan en zonder leden aan de slag kon. Ook de notaris had daar niets van gezegd. Zo kwam er een moment dat ik toch besloot na een paar jaar een eigen onderneming te starten. Ik meldde mij aan op de Groenmarkt en kwam daar met de mededeling dat ik ging starten. Voor mij stond dat als een paal boven water en uiteraard kwamen de vragen naar een middenstandsdiploma en daarna of ik de cursus doorlopen had. Mijn antwoord was simpel: ik begin een onderneming , dit is de naam en zo simpel is het, u mag mij registreren.

Eigenlijk had ik weerstand verwacht maar die kwam niet. Ik werd keurig ingeschreven en zo volgde de bank en daarna de registratie bij de belasting. In de jaren daaropvolgend kwamen er steeds meer kennissen die zich ingeschreven, eerst met een cursus, daarna geheel op  mijn wijze. Nu na zo'n dertig jaar begrijp ik wel dat er getoetst moet worden en is de kamer van koophandel ook niet meer zo toegankelijk als toen. Je loopt geen kantoor meer binnen, sterker zelfs, het wordt steeds lastiger om een afspraak te maken. De controle waardeer ik ook wel maar wat ik meemaak nu staat in schril contrast met toen. Ook bij de bank werkt het ondertussen anders.

Het lukt mij prima om in contact te komen maar het is beslist meer  gedoe. Denk ik terug aan de beginjaren dan voelt dat eigenlijk ook wel hetzelfde. Vaardigheid en ondernemingszin brengt je verder  maar ik denk nog weleens aan de tijd dat ik als kraker begon. Onderhandelend met de woningbouw, de politie en het gemeentebestuur. Mijn ondernemersopleiding en politiek activisme hielpen daar goed bij. De krakersbeweging was een bond, autonoom niet geregistreerd bij de kamer van koophandel, maar werd wel een vereniging waar ik statuten voor schreef. Die ervaring was dus erg nuttig en vooral erg leuk.

Toch zijn er momenten waarin diploma’s als ultiem middel de wereld doet bewegen en waarin ik soms met weemoed kan denken aan schoolmomenten waarin het zijn van revolutionair wordt ingehaald door romantiek.  Op dat soort momenten wordt ik pragmatisch en inventief en denk dan aan de kantoortuin en momenten zoals het betreden van de kamer. Ja dat ben ik, zo ben ik. In philosophicae praeterea scientiae progressu complures philosophantium scholae sunt ortae oftewel in de loop van de ontwikkeling van de wijsgerige kennis zijn bovendien verschillende denkscholen ontstaan  



Een reactie posten

0 Reacties