Recent was ik begonnen met een stuk over begrafenis. Dat kwam vooral omdat ik vanuit mijn oude bedrijfspand in de Pruylenborg contact had met een ondernemer in dit segment. Natuurlijk spraken we wel in de gezellige contacten die we onderhielden over zijn " dode" handel met respect voor de inhoud van zijn werk. Een beetje humor was ons niet vreemd om vaak daarna ook wel in te gaan op de tragiek van zij ondernemen. Dat het een mooi vak was stak hij niet onder stoelen of banken maar het was of is ook wel een beriep waar onder druk gewerkt moet worden met een enorm emotionele lading.
Nu is ons contact goed en hielp ik hem verder daar waar de contacten dat toe lieten. Ook omgekeerd was dat het geval en zo bezorgde hij een geïnteresseerde aan een kist om daar een klok van te maken. Op het moment dat ik aan het stuk begon kreeg ik ook een bericht van een vriend van mij die overleden was. Door de corona perikelen was hij al in kleine kring begraven. Daar maakte dat ik mijn stuk een parkeerde om het nu weer op te pakken. De dood en begrafenissen heb ik heel mijn leven al meegemaakt.
Het begrip begrafenis ,en crematie natuurlijk, zijn confronterende momenten. Momenten van contemplatie of shock, afhankelijk van je eigen ervaring. Omdat ik deze heel mijn leven lang al meemaak en mee in de "doden" cultuur ben gaan verdiepen. Ik weet zo doorgaans vele momenten te herinneren en wat het met mij deed voordat ik mij ging verdiepen in het fenomeen dood. Het was voor mij helder geworden dat de dood de enige zekerheid van het leven was. Het leven eindigt met de dood maar, in de dodenculturen werd daar toch heel wat meer op in gegaan.
Uitermate boeiend, spannend of verontrustend bijna. Nu ben ik opgegroeid in een katholieke omgeving met dito inwijdingen waarbij de dood en alles wat daar om heen zit toch wel benoemd wordt. Na het overlijden van mijn moeder was het boekenweek geschenk van Louis Couperus in negentienvierenzeventig, mijn moeder was al zo een vier jaar eerder overleden, toch een beetje schrikken. Als ik, bijvoorbeeld, de geest van mijn moeder op den rand van mijn bed zag zitten, was de titel.
Het was vooral een boekje wat mensen nieuwsgierig moesten maken voor zaken als occultisme en andere geheimzinnige zaken. Bij mij was die voedingsbodem sowieso al aanwezig maar toen ik het boekje zag raakte de titel mij beslist direct. Misschien ook wel omdat er in dat jaar " de stille kracht " werd uitgezonden na het boek van Louis Couperus. In mijn omgeving waren we opgegroeid met tal van Indische families die na de onafhankelijkheid van Indonesië in Nederland hun veiligheid moesten zoeken.
Couperus ging in " de stille kracht" al in op het onderwerp occultisme, spiritualiteit en magie. Die zweem van mysterie hing wel rond de mensen uit de Oost. Niet alleen mijn moeder overleed in de jaren zeventig het was in de straat toch een flinke opéénvolging van overlijdens die het tot een twijfel bracht of er niet meer aan de hand was. Of zoals bij Shakespeare" er is meer tussen hemel en aarde dan wij vermoeden Horatio of kunnen dromen uit Hamlet.
Al die zaken bij elkaar vormden een uitstekende basis om in het onderzoek van het mysterie van de dood verder te gaan en te ontleden wat er dan nog meer was dan het vermoeden of het dromen. Want het onderwerp de geest en het overgaan van de dood, wel of niet naar de hemel, erfzondes en de hemelpoort waar je ziel gewogen werd door in ons geval Petrus waren al voorbij gekomen. Het occultisme van spiritisten zoals dat bij Couperus al voorkwam kende ik ook al net als meerdere fenomenen van uittreding, levitatie en tal van andere zaken die overigens ook allemaal in de bijbel voorkomen.
Omdat er vele stromingen van spiritualiteit reclame voor zichzelf maakten op straat was het niet moeilijk om aan informatie te komen. Met de Beatles was ook de transcendente meditatie van de Maharishi Yogi voorhanden en werden de stromingen uit India en Tibet geheel toegankelijk. Natuurlijk was de kama sutra interessanter dan de Bhagavad Gita maar de laatste was veel mooier door zijn verhalen. De dood was iets wat bij de herbeleving van levens een heel nieuwe dimensie kreeg.
De cursussen op al dit gebied vlogen mij om de oren net als tal van vormen van sjamanisme. De dood werd een drukke bedoening waar ik op een bepaald moment wel even genoeg van had. Ik was liever actief in het leven met bijvoorbeeld de kama sutra ook al leefde dat amper bij leeftijdgenoten. De hippiecultuur zoals die benoemd was had wel drie verschillende richtingen waarin losbollen, spiritualisten en politici zo hun weg vonden. Het was iets wat mij al opgevallen was bij de mensen die op straat hun geloof stonden te verkondigen of te beleven.
Van youth for christen tot en met de hare krishna maakte het de straat heel vrolijk als tegenhanger van de dominees met dood en verderf of de sobere Mormonen die teruggekeerd waren naar de heilige grond van de Zwijndrechtse Nieuwlichters. Overtuigd hoefde ik niet te worden en discussie "won" ik met gemak wat mij leidde naar het politieke spectrum waar ik mij dan beter thuisvoelde. Tegen oorlog, voor vrede of bijbels passend van wapens naar ploegscharen. Na de dood van mijn moeder had ik mij losgemaakt van de kerk en de groep waar ik geen voeling meer mee had.
Ik vond het maar een wrede god en kerkelijke beweging met alle oorlog die in stand werd gehouden. Wat mij wel opviel dat hoe ik mij harder verzette ik steeds meer geconfronteerd werd met spiritualiteit en daarmee was het uitzoeken der dingen dan wel de beste optie, want schijnbaar interesseerde mij het. Vanuit die wetenschap liet ik dan ook alles maar op mij pad komen om het vanuit de diverse invalshoeken te bekijken. Door dat open staan kwam steeds meer van alles op mijn pad.
De spiritualiteit die ik in de breedte al kende verdiepte zichters meer en zo kwamen ook de mediums te voorschijn, de fenomenen de antwoorden waar ik niet naar op zoek was. Binnen een paar jaar zat ik tussen allerlei groepen in zaaltjes met mediums waar de mooiste zaken tevoorschijn kwamen. Wat merkbaar was dat mijn verschil van achtergrond mij heel anders liet kijken naar al dit soort fenomenen. Vooral de avonden waar mensen in contact wilde komen met hun dierbare overleden waren heel bijzonder.
De wens en de diepe gevoelens die mensen koesterden of het niet kunnen los laten waren toch wel aansprekend. Ik had ondertussen de vaardigheid opgedaan om niet direct te oordelen of in een stuip te schieten als er weer eens wat "raars" voorbij kwam. Het was wel bijzonder wat er zich voordeed, fenomenen die ik kende uit de literatuur voltrokken zich voor mijn ogen, vulden mijn oren en prikkelde mijn zintuigen naar ontwikkeling. De begrippen zoals in " de stille kracht" werden bijzonder concreet maar ook de begrippen van de andere continenten begonnen geheel normaal te worden.
Nu is normaal voor de buitenwacht die er niets mee heeft alleen maar te vatten in het begrip paranormaal en werd en is ook dat deel van mijn werkterrein. Juist dat stukje hippie in mij herkent dan ook de drie stromingen zoals die uit de jaren zestig zijn voortgekomen en waarin ik allemaal mijn ding gedaan heb. De dood en alle rituelen er om heen zijn nog steeds voor mij een breed palet waarin het Tibetaans boeddhisme het meest duidelijk is maar waarin, geheel vanuit humor, ik zie dat de westerse mens er heel veel moete mee heeft en meestal als antwoord geeft dood is dood.
Ook dat is prima, ik respecteer die opvatting, maar als ik zoals ik begonnen ben een herkenning heb van overlijden, daarom stond dit stuk in de wacht, dan kijk ik om me heen en luister. Zo kreeg ik ook het bericht via via dat mijn naamgenoot overleden was. Iemand die ik in tijd en ruimte wel eens vaker verbaasd heb en met wie ik een tijd opgetrokken ben en gedeeld heb wat er gedeeld mocht worden. Ook in zijn geval, net zoals dat van al die anderen, laat ik het los en geef de vrede mee die de ziel mag vinden.
De dood is voor de één beangstigend voor de ander een bevrijding of soms gewoon een berusting. Toen ik in het ziekenhuis lag gaf ik heel duidelijk aan dat ik gereanimeerd wenste te worden om de levenden nog dat te bieden wie ik ben. Mijn ervaring uit mijn eerste operatie past geweldig goed in het spectrum van overdrachtelijke informatie over de dood die ik dus eerst heb mogen ervaren voordat ik de boekenkennis hierover gelezen heb.
Zelfs voor de wetenschappers die alleen redeneren vanuit de signalen van de hersenen die verantwoordelijk zijn voor deze ervaringen is het mooi om te weten dat er meer is tussen hemel en aarde. Zij die ontwaken is een mooie uitdrukking waarbij epifanie het best passende woord is. In het geloof zijn er veel aannames die passend zijn bij de wetenschap die we in de theologie vorm geven. De dood is een concreet gegeven waar vreugde en verdriet hand in hand gaan. Ik leef heel mijn leven met de wetenschap van de dood.
0 Reacties