Armoe


Het thema hamsteren kwam deze week weer voorbij vanwege het corona virus. Deze zomer was ik bezig om de opgebouwde voorraad langzaam maar zeker weer af te bouwen. Ik had vanwege de lock down een voorraad opgebouwd die mij in staat zou stellen om een ruime week geen boodschappen te hoeven doen. Gedurende mijn leven was ik eigenlijk gewend om voorraad te hebben en die net als nu in de zomer langzaam af en op te bouwen. Nu was het thema van het hamsteren er één van een serie van opmerkingen rondom het begrip inkomen, schaarste en angst.

Het laatste was met de corona zichtbaar. De humor van de angst van een tekort aan wc papier was het aardigst. Natuurlijk is het vervelend op de wc te zitten en geen wc papier meer te hebben maar om zesendertig rollen wc papier op voorraad te hebben of zelfs een veelvoud er van vond ik wat veel. Ik kocht wel de groot verpakking zoals die in de aanbieding was maar in mijn eentje moet ik dan wel flink mijn best doen om dat allemaal op te krijgen.

Terwijl ik deze week weer kritisch naar mijn voorraad keek en tevreden vast stelde dat ik goed bezig was in mijn verwerking er van af te komen, kwam ik in de overweging van eerdere momenten van aangelegde voorraden. Meerdere momenten in mijn leven had ik slim voorraden aangelegd en gebruikt. Daar zaten echt momenten bij waarin ik toch uit echte financiële overwegingen een opbouw en consumptie had laten plaatsvinden. Bij de analyse rondom die voorvallen, met kinderen bv de zekerheid altijd eten en drinken te hebben, was opgevallen dat telkens het thema armoe een rol speelde.

Bij een vergelijking in tijd werd al gauw zichtbaar dat de armoe waar nu wel eens bagatelliserend over wordt gedaan er echt was. Terugkijkend naar de getallen door de tijd vanaf negentienhonderd viel het op dat armoe van vijfenzeventig procent weliswaar teruggelopen was naar vierenveertig procent maar verdwenen was het niet. Opvallend was wel de verschuiving in armoede. De armoede die ik kende was, zoals de onderzoeken wel aangaven, vooral het gebrek aan geld om voldoende in het levensonderhoud te voorzien.

Schaarste was bijvoorbeeld duidelijk in beeld met de wederopbouw van Nederland. Met de wederopbouw steeg ook het inkomen en werd relatieve armoede een probleem. Er werd geredeneerd naar inkomen en mogelijke besteding. De economie in de jaren zeventig zorgde ook weer voor een verschuiving en de diverse crisissen brachten nieuwe armoede mee. Toch bleef inkomens zekerheid bestaan ook al werd er steeds scherper gesneden in uitkeringen die voor die zekerheid zorgde.

De luxe bleef toenemen en je zag dat terug bij de mensen. In mijn eigen luxe merkte ik wel waar ik tevreden in was maar zorgde wel voor duurzame apparaten bijvoorbeeld die langer mee konden gaan. Bewuste planning van uitgaven voor eten en tal van zaken deed ik al langer. Dat budgetteren was met de paplepel ingegoten. Om mij heen zag ik genoeg armoede aangekleed met luxe. Iedereen die mee wilde doen in het consumeren deed vaker de stap naar financiering.
Door mijn werk kwam ik in allerlei sociale klassen terecht waardoor je achter de voordeur de ellende zag.

Omdat ik wist hoe te handelen voorkwam ik telkens de armoedeval. Naarmate de tijd vorderde en de crisis mij ook te pakken had werd ik steeds handiger in oplossingen. Eten stond als nummer één net als kleding voor de kinderen. Ik benoemde mijn leven dan ook een keer als het leven in een betonnen grot. Mijn leven kent vele wendingen en ook in die periode waarin ik na Huisman geweest te zijn ondernemer werd liepen de zaken anders dan verwacht. Vanuit ieder dieptepunt, is dat wel de bodem of kan het dieper?, klom ik wel weer omhoog om vriendelijk lachend door te gaan.

Wie de valkuilen kent weet ze vaak ook te omzeilen. Met de moed der wanhoop, nee, met het rotsvaste geloof in de toekomst begon ik als ondernemer. Ook hier was de humor het beste uitgangspunt. Armoede als startend ondernemer met het lef wat er bij hoort bracht mij toch weer de vooruitgang. Volledig bewust van de onmogelijke positie waarin ik startte zorgde ik zowel uit als thuis voor mijn voorraden en vooral voor mijn geestelijk welzijn. Want ik had al wel geleerd dat met niets te leven viel als je maar zorg droeg voor het bewustzijn dat je je geestelijk niet uit balans liet brengen.

Je zou kunnen zeggen zen en de kunst van in rijke armoede te leven. Het was als in het gebed waarin mensen bidden voor het dagelijkse brood, zo was elke dag het vertrouwen er dat het dagelijkse brood verdient zou worden. Er moesten tenslotte vier monden gevoed worden. Het was een geweldige tijd en nog nooit zo onzeker als die momenten heb ik meegemaakt. Niets om op terug te vallen want voedselbanken, kledingbanken en wat al niet meer er nu aan aanbod is was er toen voorhanden.

Armoe troef, je moet het alleen weten uit te spelen als een pokerspeler met zijn poker-face. Hoe vaak ik wel niet met geen enkele zekerheid de dagen opende en afwachtte of de uitgezette strategie zou werken   net zo vaak had ik dagen lang geen inkomen. Het rotsvaste vertrouwen leidde telkens weer tot de oplossing. Was dat armoe? Langs de lat van de onderzoeken was dat zeker economische armoe maar tegen de lat van welzijn zette ik een enorme plus. Want er was geen groter rijkdom dan niets. Toch schuurt dat en legt dat een enorme druk.

Werken zonder iets te verdienen, oogsten uit de voldoening goed gedaan te hebben. In het nu leef ik nog steeds in het zelfde principe en kan een vergelijk maken naar inkomen en welzijn. Ik ben nog steeds rijk met niets en heb een heel lange periode het goed gedaan. De corona crisis legt na alle eigen perikelen een nieuwe uitdaging voor mij neer. Ik ga die uitdaging graag aan. De nieuwe armoede die ik om me heen mee maak zie ik als de uitdaging. De rijkdom in mijn hart en de vrije gedachte in mijn hoofd zijn toch wel de mooiste zaken die ik naast mijn kinderen bezit.

Ik leef op een rijke aarde en deel mijn armoede in rijkdom.


Een reactie posten

0 Reacties